Als eerste stap in dit traject heeft het college van burgemeester en wethouders ingestemd met een bouwstenennotitie. Deze notitie brengt de belangrijkste opgaven op de woningmarkt in kaart en benoemt de richtinggevende uitgangspunten voor het uiteindelijke programma. De gemeenteraad bespreekt de bouwstenennotitie op 20 mei.
Uitdagingen
De notitie laat zien dat Horst aan de Maas zich gesteld ziet voor een aantal forse uitdagingen. Een van de kernopgaven is het op peil houden van de woningbouwproductie. De gemeente streeft ernaar om tot 2030 gemiddeld 250 nieuwe woningen per jaar te realiseren. Daarbij ligt de nadruk op het beter laten aansluiten van het woningaanbod op de veranderende huishoudenssamenstelling. De groei van het aantal kleinere huishoudens vraagt om andere woningtypes dan voorheen. Ook de vergrijzing speelt een belangrijke rol. Er is behoefte aan meer zorggeschikte woningen en aan woonvormen die ouderen in staat stellen langer zelfstandig te blijven wonen.
Woonbehoeftes
Een ander aandachtspunt is het bieden van huisvesting aan mensen in een kwetsbare positie. De gemeente wil beter inspelen op de woonbehoeften van aandachtsgroepen, zoals statushouders, mensen met een beperking of inwoners in een sociaal kwetsbare situatie. Dit vereist extra inzet op passende en betaalbare woonruimte. Tegelijkertijd blijft de betaalbaarheid van het totale woningaanbod een belangrijk thema. De gemeente wil meer woningen realiseren die toegankelijk zijn voor huishoudens met een inkomen tot 50.000 euro per jaar.
De bouwstenennotitie biedt een inhoudelijk startpunt voor het verdere proces. Nadat de gemeenteraad de notitie heeft besproken, werkt de gemeente het volkshuisvestingsprogramma verder uit. In deze volgende fase worden ook keuzes gemaakt over de inzet van beleidsinstrumenten en wordt toegewerkt naar een concreet woningbouwprogramma per dorp. Het uiteindelijke doel is een woningmarkt die in balans is en waarbinnen inwoners kunnen wonen op een manier die past bij hun levensfase, situatie en wensen. Eind 2025 moet het programma gereed zijn en vormt het de basis voor het woonbeleid van Horst aan de Maas in de jaren daarna.