Wethouder Robert Martens legt beweegredenen gemeente richting Het Rijk uit: ‘Ga dáár zo weinig mogelijk vliegen’

Dat roept ook vragen op. Want verplaats je het probleem niet gewoon als je een specifiek gebied wel gaat beschermen en de ander niet? “Wij zeggen niet dat je niet mag vliegen in onze gemeente” legt Martens uit. “Wij zeggen alleen: houd rekening met bepaalde gebieden, zoals bij ons gebieden met veel paarden. Ga daar niet vliegen en kondig bij andere gebieden aan wanneer je gaat oefenen, zodat mensen daar rekening mee kunnen houden.”

De plannen voor meer militaire vliegbewegingen laag op de grond van Defensie, komen voort uit het Nationaal Programma Ruimte voor Defensie (NPRD). In dat programma staat de ruimtelijke uitbreidingsbehoefte van Defensie in Nederland beschreven. “Ze gaan dat gebied iets uitbreiden, maar vooral het aantal uren. Dat wordt zeven keer zoveel”, vertelt Martens. “De helikopters gaan heel laag vliegen en met name paarden schrikken daar enorm van.”

Dat behalve dieren ook inwoners last kunnen hebben van de oefeningen, zoals geluidshinder, moeten we volgens Martens accepteren. “Deels is het iets waar wij van zeggen dat het een gevolg is van dat Defensie meer oefenterrein moet hebben. Dus een deel zullen we moeten accepteren.”

Toch zullen de vliegbewegingen gemonitord worden. “Als er teveel geluidsoverlast geeft, dan zullen we daar beklag over doen bij het ministerie.”

De gemeente pleit bij Defensie, de staatssecretaris en de Tweede Kamer voor een ‘witte vlek’ boven Grandorse: een zone waar geen laagvliegbewegingen plaatsvinden. Martens legt uit dat het verzoek realistisch is. “Het is realistisch omdat het ministerie ook andere plekken aanwijst waar niet gevlogen mag worden. Zo zijn er meerdere witte vlekken aangeduid. Volgens ons kan het best wel om ook hier witte vlekken aan te wijzen”, vertelt Martens terwijl hij nogmaals benadrukt dat niet in heel het oefengebied niet gevlogen mag worden.

Als Defensie niet meegaat in het verzoek van de gemeente, zal het zich richten op andere stappen. “We overleggen ook met buurgemeenten. Als niet voldaan wordt aan wat wij graag willen, gaan we met hen in overleg wat we gaan doen. Dat doen we niet alleen, dat doen we gezamenlijk."