De inzichten kwamen voort uit drie 'rondetafelgesprekken' met 150 gelovigen. Daarin groeide vooral het besef dat de kerk het niet alleen kan. De parochie moet actief op zoek naar verbinding met 'lokale groepen gelovigen en gezinnen' die zich vinden in een gemeenschapsgedachte. Daarmee stapt de Limburgse kerk ook formeel af van de dominante, zelfverzekerde rol uit het verleden. Het Bisdom kiest nu voor de term 'zelfbewuste katholieken'. 'Dat geeft moed en vrijheid', aldus het document Verbonden met elkaar in Christus: Kompas voor de Toekomst.
Samen naar een nieuwe route
Met dat perspectief volgt de Limburgse kerk de richting van Paus Franciscus, die de visie definieerde als 'synodaliteit'. Dat begrip komt dan ook veel voor in de Limburgse publicatie, waarmee bisschop Ron van Hout verwijst naar een gezamenlijke route, waarbij de kerk nadrukkelijk luistert naar alle betrokkenen.
Jongeren zoeken zingeving
Ondanks de conclusie dat het aantal actieve kerkgangers in Limburg fors is gedaald, ademt het document ook een besef dat de katholieke kerk een toekomst heeft. "Juist jongeren kiezen heel bewust voor het geloof en hebben geen behoefte aan een afgezwakte boodschap", zo is te lezen. Opvallend is bijvoorbeeld dat de Matthiaskerk in Maastricht ieder weekend bomvol zit met studenten. De toestroom van migranten uit Polen en Oekraïne heeft het laatste decennium ook veel meer actieve kerkgangers naar Limburg gebracht.
Veel kerken gaan sluiten
Toch sluit het Bisdom de ogen niet voor de realiteit. Limburg had in het verleden 361 kerken, daarvan is ondertussen een 80-tal gebouwen gesloten. Van de overgebleven 280 kerken verwacht het Bisdom dat de helft ook zal sluiten in het komende decennium, zo liet het bisdom in maart van dit jaar al weten op basis van de ingeleverde kerkenvisies.
Dat besef vertaalt zich woensdag in een nieuwe rol van de Limburgse kerk, die niet meer boven maar tussen dorpsgemeenschappen staat. "Een synodale Kerk is nederig en moedig: nederig om te luisteren en moedig om keuzes te maken die de toekomst dienen. Dat vraagt om tijdig afscheid nemen van gebouwen, structuren en processen die niet langer dienstbaar zijn."